woensdag 10 oktober 2012

Beargumenteerd idee Paul Verhaeghe 4

Dit het 4e idee dat ik gekozen heb uit de uiteenzetting om te becommentariëren.
Het is gevaarlijk omdat dit systeem het slechtste in de mens naar boven haalt en het beste onderdrukt. Dit gebeurde vooreerst op de werkvloer, maar ondertussen ook ten volle binnen ons onderwijs, waardoor het zelfs de nieuwe identiteit bepaalt. Solidariteit wordt een kostbare luxe en moet de plaats ruimen voor steeds tijdelijke coalities met als voornaamste zorg dat men er meer winst uit haalt dan de anderen. Diepgaande sociale banden met collega’s zijn daardoor nagenoeg uitgesloten, een emotionele betrokkenheid bij het werk zelf is er nog nauwelijks en al helemaal niet meer bij het bedrijf of de organisatie. Pesten was vroeger een probleem op de scholen, nu is het volop aanwezig op de werkvloer, als een typisch symptoom van onmacht, waarbij de frustraties afgereageerd worden op de zwaksten. Onderhuids leeft er angst, van faalangst tot ruimere sociale angst voor die al te bedreigende ander.
è Ik ben het eens met deze uitspraak.  Solidariteit tussen de mensen is moeilijk te vinden vandaag de dag. Mensen voelen zich met weinig mensen rondom hen verbonden.  Ik vind dat je dit kan zien aan heel simpele dingen, in de bus bv. de mensen zetten nog liever de boodschappentas op de stoel naast hen dan dat ze er iemand anders erop laten zitten.
Je ziet wekelijks op het nieuws wel een geval van ‘zinloos geweld’ passeren. Kunnen we hier nog spreken over solidariteit tussen de mensen? De sociale banden tussen de mensen kunnen hierdoor ook niet meer optimaal verlopen, maar ik denk ook dat de digitalisering ook de sociale banden voor een stuk kapot maakt. Heel veel mensen zitten ’s avonds voor hun computer of tv, ze gaan niet meer op ziekenbezoek maar posten iets op Twitter. Waarom zouden de collega’s nog afspreken voor een gezamenlijk project als alles kan besproken worden via mail, skype,…
Wat je nu ook meer in de media hoort is pesten op het werk. Dit vind ik heel erg. Ik denk dat dit te maken heeft met jaloezie en macht. Mensen vinden het leuk om macht te hebben en gebruiken deze tegen de mensen die ‘onder’ hen staan.
Hieronder vindt u een artikel over pesten op het werk.

Frustratie doet pesten op het werk
Pesten op het werk - ook mobbing geheten - gebeurt uit frustratie. Het zijn vaak leidinggevenden die ondergeschikten kwellen. ,,Ze misbruiken hun macht, niet zelden uit onmacht'', zegt pas afgestudeerde criminologe Julie Rademakers. Haar thesis legt voor het eerst de motieven en reacties van pestkoppen op het werk bloot.
Eén op de tien werknemers wordt gepest op het werk. Dat blijkt uit recente studies van de overheid. Julie Rademakers van de universiteit Leuven vroeg zich voor haar thesis af wat de motieven van de pestkoppen zijn en in welk soort bedrijven mobbing het meeste kans krijgt. Een nog onbewandelde wetenschappelijke weg want tot nu toe werd alleen naar het slachtoffer gekeken.
Haar voornaamste conclusie: mobbing gebeurt voornamelijk uit frustratie, thuis of op de werkvloer. Doorgaans is er één dader met meerdere slachtoffers of zijn er meerdere daders en één slachtoffer.

Schelden, roddelen en zwartmaken

,,Het pesten van een ondergeschikte door een leidinggevende komt het vaakst voor'', zegt Rademakers. ,,Misbruik van macht gebeurt niet zelden uit onmacht. Een chef kan een situatie of persoon niet de baas en reageert zich dan maar af door iemand te viseren.'' Mobbing onder collega's volgt op de tweede plaats. Een ondergeschikte die een leidinggevende pest, is hoogst uitzonderlijk.
Schelden, roddelen en zwartmaken zijn de meest voorkomende vormen van pesterijen waar vertrouwenspersonen mee geconfronteerd worden. Ook simpelweg negeren, gebeurt vaak of het slachtoffer opdrachten geven die onder of boven zijn niveau liggen.
Geconfronteerd met hun daden, proberen zowat alle aangeklaagden de schuld bij het slachtoffer te leggen. Hij is onmogelijk. Hij vraagt erom. Ze minimaliseren hun daden. Het was maar een grapje. Ik begrijp niet dat iemand zo snel geraakt is. Of rechtvaardigen hun gedrag door te argumenteren dat ze het slachtoffer juist wilden helpen of in opdracht van een hoger geplaatste handelden.
Een te strakke of juist te weinig hiërarchie verhoogt het risico op mobbing. Ook ondernemingen met een heel losse cultuur waar op een verkeerde manier, of te weinig, gecommuniceerd wordt, vormen een gevaar. Hoe groter het bedrijf, hoe groter de kans op mobbing.
Heeft het slachtoffer eindelijk de moed gevonden om naar een vertrouwenspersoon toe te stappen, dan houdt het pesten in zeven op de tien gevallen na één of meerdere informele gesprekken op. ,,Dat hoge cijfer moet wel enigszins genuanceerd worden'', waarschuwt Rademakers: ,,Vaak verandert de arbeidssituatie na een klacht. Het slachtoffer wordt naar een andere dienst overgeplaatst, vindt ander werk of wordt ziek.'' Soms houdt het mobben enige of lange tijd op om daarna - vaak nog subtieler - te herbeginnen.

Hoewel de meeste bedrijven zeggen weinig klachten te krijgen over pesten op het werk, heeft Rademakers de indruk dat mobbing nog altijd een fel onderschat probleem is. ,,Sinds de antipestwet van 2002 is het onderwerp weliswaar meer bespreekbaar geworden, de drempel om een klacht neer te leggen blijft zeer hoog. Pesten gebeurt vaak heel subtiel waardoor het voor het slachtoffer zeer moeilijk is harde bewijzen op tafel te leggen.''






Geen opmerkingen:

Een reactie posten